Om zomereczeem, ook staart- en maneneczeem (SME) genoemd, goed te kunnen behandelen is het belangrijk om zeker te weten dat je paard zomereczeem heeft. Er zijn namelijk veel aandoeningen die zich kunnen uiten in jeuk en daarmee lijken op zomereczeem. Een eerste stap is het doen van de zomereczeem check van Cool4Horses!
Voor het diagnosticeren van zomereczeem bij je paard is het belangrijk om altijd je dierenarts te raadplegen. Hierna kunnen wij je ook verder adviseren. In de blog ‘Zomereczeem: feiten en fabels’ vertelde ik al dat er geen bloedtest is om SME te diagnosticeren. Vandaag gaan we dieper in op het diagnosticeren van zomereczeem en welke stappen er zijn richting een betrouwbare test voor zomereczeem.
Cool4Horses hecht erg aan betrouwbare informatie op het gebied van zomereczeem. Bij ons weten is er nog geen betrouwbare diagnostische test voor zomereczeem commercieel beschikbaar. In ieder geval niet een test die ook in een wetenschappelijk publicatie beschreven is. Er worden door enkele bedrijven wel diagnostische testen voor zomereczeem aangeboden, maar deze zijn voor zover wij weten niet op basis van de juiste knut geformuleerd en ook niet voldoende gevalideerd. Wij leggen dat hieronder verder uit.
Paardenarts Jessica Bakker van Paardenpraktijk Utrecht omschrijft op paardenarts.nl hoe de diagnose momenteel in zijn werk gaat. Er wordt een anamnese gedaan met de eigenaar: een vraaggesprek waarbij de paardenarts alles vraagt over het paard en de symptomen (zoals wanneer en waar het jeukt, wanneer het is begonnen, hoe oud het paard is, hoe de huisvesting is). Ook kijkt de arts naar het symptomenbeeld: seizoensgebonden jeuk bij staart, manen en eventueel de buik. Soms zie je ook dat de flanken of het hoofd aangedaan zijn. Eventueel worden andere aandoeningen die jeuk veroorzaken uitgesloten. Helaas is er nog geen betrouwbare (bloed)test voor het stellen van een diagnose.
'Er is geen test voor zomereczeem.'
Want inderdaad, er is geen SME-test beschikbaar. Waar ze in de geneeskunde graag bloedtesten gebruiken om vast te stellen of er een aandoening is, is dat voor zomereczeem bij paarden nog niet mogelijk. Er wordt in verschillende landen wel onderzoek gedaan naar SME-testen, met name op universiteiten. Wageningen University and Research (WUR) is er hier een van. Tijdens mijn studie aan de WUR heb ik meegewerkt aan het ontwikkelen van een SME-test. Het doel van de test is om zomereczeem te kunnen aantonen met een bloedmonster van het paard met ‘vermoedelijk’ zomereczeem.
Bloed bevat verschillende componenten: plasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen (zoals in de afbeelding). Een van deze componenten in plasma zijn antistoffen (ook wel: immunoglobulines of antistoffen). Bij een allergische reactie reageert een bepaald type antistof (het immuunglobuline E of kortweg IgE) op allergenen. Allergenen zijn lichaamsvreemde stoffen die in principe onschuldig zijn, maar waar het lichaam veel te sterk op reageert. Zo bevatten pollen allergenen waar mensen met hooikoorts veel last van hebben. In het geval van zomereczeem zijn paarden allergisch voor allergenen uit het speeksel van knutten. Deze allergenen komen in de huid van het paard als het door een knut wordt gebeten (lees hier meer over!). Binding van de allergenen in de huid aan de “allergische” IgE antistoffen brengen vervolgens de allergische reactie op gang. De meest herkenbare klacht van een allergische reactie is jeuk. Maar, waarom is dit nu van belang om te weten als we het over een SME test-hebben?
"Er wordt in verschillende landen wel onderzoek gedaan naar SME-testen, met name op universiteiten."
De antistoffen die reageren op ‘knutten antigenen’ zijn dus aanwezig in het bloed van paarden met zomereczeem. Als een dierenarts een buisje met bloed afneemt bij een paard met zomereczeem, kan gemeten worden hoeveel van de IgE antistoffen aan knuttenallergenen kunnen binden. Hiermee kan dan worden getest of het paard hoogstwaarschijnlijk zomereceem heeft.
De knut die verantwoordelijk is voor zomereczeem is Culicoides obsoletus. In tegenstelling tot een aantal andere knuttensoorten (zoals Culicoides nubeculosus and C. Sonorensis) is het nog niet gelukt om deze knut te kweken. Eerdere publicaties (zie referentie beneden) hebben laten zien dat diagnose op basis van C. nubeculosus en C.sonorensis) veel minder betrouwbaar is dan diagnose op basis van C.obsoletus. Maar zoals gezegd is C.obsoletus niet te kweken en het is daarom hoogst onwaarschijnlijk dat de bedrijven die de test op de markt brengen van C.obsoletus gebruik maken.
Een ander criterium voor een betrouwbare diagnostische test is dat deze goed gevalideerd is. Bij een allergie serumtest wordt bepaald hoeveel van de IgE antistoffen uit serum binden aan allergenen. Alle paarden die blootgesteld worden aan knutten zullen een zekere mate van IgE binding aan knuttenallergenen laten zien, maar dit is (veel) hoger voor paarden die allergisch zijn dan voor niet allergische paarden. Om te bepalen wat als meest betrouwbare grenswaarde voor IgE binding gehanteerd moet worden om een paard als allergisch dan wel als niet allergisch te beschouwen, moet de diagnostische test gevalideerd worden. Dit gebeurt met sera van paarden met en zonder zomereczeem. Hiervoor is het nodig dat er voldoende sera beschikbaar zijn van paarden waarbij betrouwbaar gediagnosticeerd is of het paard inderdaad (hoogstwaarschijnlijk) zomereczeem heeft of niet. Er zijn wereldwijd maar enkele van deze sets aan sera beschikbaar.
De meest uitgebreide en betrouwbare wordt door de Wageningen Universiteit gebruikt voor het ontwikkelen van een diagnostische test voor zomereczeem. Hiervoor zijn ca. 200 sera van paarden met zomereczeem en 200 sera van gezonde controle paarden afgenomen door een dierenarts met uitgebreide ervaring in het diagnosticeren van zomereczeem. Hierbij is de dierenarts uitgegaan van karakteristieke zomereczeem symptomen en bevragen van het verloop van de symptomen bij de eigenaar (zoals verdwijnen in de winter en bij omstandigheden met veel minder blootstelling aan knutten, jaarlijks terugkeren van de klachten e.d.). Ook werden andere mogelijke oorzaken van de symptomen zoveel mogelijk uitgesloten.
De niet-allergische controle paarden waren altijd afkomstig van hetzelfde grasland waar ook een paard met zomereczeem gediagnosticeerd was, om op die manier te garanderen dat het niet-allergische paard wel ook aan knutten blootgesteld was. Deze set van sera van de Wageningen Universiteit wordt alleen door de Wageningen Universtiteit gebruikt en is nooit ter beschikking gesteld aan commerciële bedrijven. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat de testen die momenteel commercieel aangeboden worden afdoende gevalideerd zijn. Mocht er bewijs van het tegendeel zijn, dan horen wij dat natuurlijk graag.
Inmiddels zijn er al 17 knuttenallergenen geïdentificeerd en vervolgens in het lab nagemaakt. Er wordt nu onderzocht hoe met combinaties van deze allergenen de meest betrouwbare bloedtest voor SME gemaakt kan worden. Tijdens mijn Master thesis aan de WUR hebben we de optimale combinatie van IgE bindende allergenen vastgesteld voor die bloedtest. Met de bloedtest kan met bijna 90% zekerheid vastgesteld worden of een paard zomereczeem heeft (sensitiviteit = 91,2%, specificiteit = 86%).
Momenteel wordt er nog hard gewerkt aan het ontdekken van nog meer allergenen om de test nóg betrouwbaarder te maken. Het einddoel is natuurlijk dat de test beschikbaar komt in de veterinaire geneeskunde en op die manier kan bijdragen aan een betere diagnostisering, en uiteindelijk ook een betere behandeling, van paarden met staart- en maneneczeem! Want ‘For the love of horses!’ betekent natuurlijk het beste voor je paard!
Bronnen:
Jessica Bakker, Zomereczeem bij paarden, via: https://www.paardenarts.nl/kennisbank/zomereczeem-bij-paarden/
Culicoides obsoletus extract relevant for diagnostics of insect bite hypersensitivity in horses. van der Meide NM, Meulenbroeks C, van Altena C, Schurink A, Ducro BJ, Wagner B, Leibold W, Rohwer J, Jacobs F, van Oldruitenborgh-Oosterbaan MM, Savelkoul HF, Tijhaar E. Vet Immunol Immunopathol. 2012 Oct 15;149(3-4):245-54. doi: 10.1016/j.vetimm.2012.07.007..
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en een van de oprichters van Cool4Horses. |
]]>
Het diagnosticeren en behandelen van zomereczeem is belangrijk voor een effectieve aanpak, maar dit is niet zo makkelijk. Zoals we in eerdere blogs hebben omschreven is zomereczeem een allergie, die te herkennen is aan een aantal kenmerken. Eén daarvan is jeuk en schuren, hoewel dit een symptoom is van vele (huid)aandoeningen bij paarden. In een eerdere blog gingen we in op een aantal feiten en fabels, onderbouwd vanuit de wetenschap. Nu volgt deel twee voor feiten en fabels over zomereczeem bij paarden.
Feit. SME (zomereczeem) kan voorkomen bij paarden en pony's van allerlei soorten rassen en leeftijden. De prevalentie is verschillend per ras, sommige rassen lijken gevoeliger voor het ontwikkelen van zomereczeem dan anderen. Dit zijn bijvoorbeeld Shetlanders, Friezen en rassen die worden geïmporteerd uit landen waar geen knutten voorkomen, zoals IJslanders uit IJsland. Of een paard zomereczeem ontwikkeld, is afhankelijk van allerlei factoren, waaronder klimaat, leeftijd en genetische aanleg.
(Schaffartzik et al., 2012; Van Grevenhof et al., 2007; Halldórsdóttir and Larsen, 1991; Björnsdóttir et al., 2006).
Fabel. Knutten (genus Culicoides, Diptera: Ceratopogonidae) worden wél gezien als de voornaamste oorzaak. Als reactie op de beet van knutten, maar ook kriebelmuggen (Simulium spp.) en stalvliegen (Stomoxys spp.) kan een allergische reactie ontstaan, die zich uit in jeuk bij paarden.
Knut (Culicoides). (afbeelding: Institute of Animal Health UK) |
Kriebelmug oftwel ‘black fly’ (Simulium spp.). (afbeelding: TDR Image Library) |
Stalvlieg (Stomoxys spp.). (afbeelding: Gerard Duvallet via ResearchGate) |
(Quinn et al., 1983; Baker and Quinn, 1978; Klumplerova et al., 2013; Fadok and Greiner, 1990; Wagner et al., 2006)
Fabel. SME, staart- en maneneczeem en zomereczeem zijn allemaal namen voor de zelfde vervelende zomerkriebels. Er worden erg veel verschillende termen gebruikt die per land ook weer verschillen. SME is in verschillende landen en talen ook wel bekend als ‘Culicoides hypersensitivity (CHS)’, ‘Summer Seasonal Recurrent Dermatitis (SSRD)’, ‘summer eczema (SE)’, ‘Queensland itch’, ‘sweet itch’, en ‘summer itch’. In het wetenschappelijk onderzoek wordt tegenwoordig veelal de term ‘Insect Bite Hypersensitivity (IBH)’ gebruikt, een letterlijke benoeming van de allergische reactie veroorzaakt door insectenbeten.
(Kleider and Lees, 1984; Lange et al., 2005; Riek, 1953; Braverman, 1988; Baker and Quinn, 1978)
Heb je zelf nog een interessante stelling of vraag? Stuur hem zeker door via de mail of onze socials!
Door: Ivy van Kemenade
Cool4Horses dankt zijn ontstaan aan Bonita. Deze PRE merrie had last van staart- en maneneczeem en haar eigenaresse Rose vroeg haar man John of hij met zijn achtergrond als biochemicus iets kon bedenken tegen SME. Meer weten? Lees hier over het ontstaan van Cool4Horses!
Bronnen
Baker, K. P., and P. J. Quinn. 1978. A report on clinical aspects and histopathology of sweet itch. Equine Veterinary Journal 10(4):243-248. doi: doi:10.1111/j.2042-3306.1978.tb02271.x
Björnsdóttir, S., Sigvaldadóttir, J., Broström, H., Langvad, B. and Sigurðsson, A. 2006. Summer eczema in exported Icelandic horses: influence of environmental and genetic factors. Acta Veterinaria Scandinavica 48: 1-4.
Braverman, Y. 1988. Preferred landing sites of Culicoides species (Diptera: Ceratopogonidae) on a horse in Israel and its relevance to summer seasonal recurrent dermatitis (sweet itch). Equine Veterinary Journal 20(6): 426-429. doi: doi:10.1111/j.2042-3306.1988.tb01566.x
Fadok, V. A., and E. C. Greiner. 1990. Equine insect hypersensitivity: skin test and biopsy results correlated with clinical data. Equine Veterinary Journal 22(4):236-240. doi: 10.1111/j.2042-3306.1990.tb04259.x
Grevenhof, E.M. van, Ducro, B., Heuven, H.C.M. and Bijma, P. 2007. Identification of environmental factors affecting the prevalence of insect bite hypersensitivity in Shetland ponies and Friesian horses in the Netherlands. Equine Veterinary Journal 39: 69-73.
Halldórsdóttir, S. and H.J. Larsen. 1991. An epidemiological study of summer eczema in Icelandic horses in Norway. Equine Veterinary Journal 23: 296-299.
Kleider, N., and M. Lees. 1984. Culicoides hypersensitivity in the horse: 15 cases in southwestern British Columbia. The Canadian Veterinary Journal 25(1):26.
Klumplerova, M., L. Vychodilova, O. Bobrova, M. Cvanova, J. Futas, E. Janova, M. Vyskocil, I. Vrtkova, L. Putnova, and L. Dusek. 2013. Major histocompatibility complex and other allergy-related candidate genes associated with insect bite hypersensitivity in Icelandic horses. Molecular Biology Reports 40(4):3333-3340.
Lange, S., H. Hamann, E. Deegen, B. Ohnesorge, and O. Distl. 2005. Investigation of the prevalence of summer eczema in Icelandic horses in northern Germany. Berliner und Munchener tierarztliche Wochenschrift 118(11-12):481-489.
Quinn, P. J., K. P. Baker, and A. N. Morrow. 1983. Sweet itch: Responses of clinically normal and affected horses to intradermal challenge with extracts of biting insects. Equine Veterinary Journal 15(3):266-272. doi: 10.1111/j.2042-3306.1983.tb01788.x
Riek, R. F. 1953. Studies on allergic dermatitis (“Queensland Itch”) of the horse Description, distribution, symptoms and pathology. Australian Veterinary Journal 29(7):177-184. doi: 10.1111/j.1751-0813.1953.tb13937.x
Schaffartzik, A., Hamza, E., Janda, J., Crameri, R., Marti, E. and C. Rhyner. 2012. Equine insect bite hypersensitivity: What do we know? Veterinary Immunology and Immunopathology 147: 113-126.
Wagner, B., W. H. Miller, E. E. Morgan, J. M. Hillegas, H. N. Erb, W. Leibold, and D. F. Antczak. 2006. IgE and IgG antibodies in skin allergy of the horse. Veterinary Research 37(6):813-825.
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en een van de oprichters van Cool4Horses. |
Het diagnosticeren en behandelen van zomereczeem is belangrijk voor een effectieve aanpak, maar dit is niet zo gemakkelijk. Zoals we in eerdere blogs hebben omschreven is zomereczeem een allergie, die te herkennen is aan een aantal kenmerken. Een daarvan is jeuk, hoewel dit een symptoom is van vele huidaandoeningen. In deze blog zet ik een aantal feiten en fabels op een rij, onderbouwd vanuit mijn wetenschappelijke achtergrond.
Fabel. Momenteel is er nog geen test op de markt waarbij een paard specifiek kan worden getest voor zomereczeem. De dierenarts kan een algemene allergietest doen en gaat dan verder af op de symptomen die het paard laat zien om te bepalen of het paard zomereczeem (staart- en maneneczeem) of een andere aandoening heeft.
Er zijn wel diverse testen voor de diagnose van zomereczeem (knuttenallergie) in de wetenschappelijke literatuur gepubliceerd, maar deze zijn nog niet op de markt gebracht. Er wordt wel hard aan dergelijke testen gewerkt, o.a. bij de Wageningen Universiteit. In deze blog daar meer over. Op basis van knuttenallergenen die ze in het lab nagemaakt hebben, kunnen ze met ca. 90% zekerheid bepalen of een paard zomereczeem heeft. Deze test is momenteel nog niet beschikbaar voor particulieren of dierenartsen.
Van der Meide et al., 2013
Feit. Knutten (Culicoides) zijn actief zodra de temperatuur boven de 15°C komt. Knutten hebben bij voorkeur droog en windstil weer. Hierdoor hebben paarden vooral in het voorjaar, de zomer en het najaar last van jeuk en staart- en maneneczeem. In de winter merk je vaak dat paarden zeer weinig tot geen klachten hebben. In de zomer planten knutten zich voort en hiervoor hebben de vrouwtjes knutten bloed nodig voor het leggen van eitjes.
Fabel. Hoewel het lijkt alsof bij de meeste paarden alleen de manen en staart aangedaan zijn, kan zomereczeem kan zich uiten op heel het lijf. Overal waar de knutten bijten veroorzaken ze bij een paard met zomereczeem jeuk, met schuurplekken als gevolg. Wel is het zo dat knutten voorkeur hebben voor plekken waar ze makkelijker bij de huid kunnen komen, zoals bij de staart en manen. Hier staan de haren namelijk wat verder uit elkaar waardoor de knutten makkelijker bij de huid kunnen komen om bloed te drinken. Andere plekken waar de beharing van paarden en pony’s minder dicht is zijn de liezen, buik, koker en het hoofd. Op deze plekken worden paarden ook gebeten, en dit zijn dan ook beruchte plaatsen voor het ontstaan van eczeemplekken.
Anderson et al., 1996
Fabel. Staart- en maneneczeem is een allergie. Allergieën zijn niet besmettelijk, maar ontwikkelen in een individu. Het kan wel zijn dat de gevoeligheid om een allergie te ontwikkelen genetisch wordt doorgegeven (bijvoorbeeld van merrie op veulen).
Erfelijkheid is onder andere aangetoond in BWP en Friese paarden. Paarden die tot deze rassen behoren hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van zomereczeem, maar dat betekent niet dat ze ook altijd zomereczeem ontwikkelen.
Blootstelling aan knutten op jonge leeftijd, verkleint de kans op het ontwikkelen van zomereczeem op latere leeftijd. Dit fenomeen is duidelijk te zie bij IJslandse paarden. Als deze paarden al enkele jaren oud zijn voor ze van IJsland (waar geen knutten voorkomen) naar Nederland of Duitsland geëxporteerd worden dan hebben ze ca. 50% kans om zomereczeem te ontwikkelen. Worden ze op jonge leeftijd (minder dan 6 maanden) naar Nederland of Duitsland geëxporteerd of worden ze daar geboren, dan is de kans op het ontwikkelen van zomereczeem veel lager (5-10%).
Peeters et al., 2015; Schurink et al., 2011; Schurink et al., 2018; Marti et al., 2008; Björnsdóttir et al., 2006
Feit. Allergieën ontwikkelen zich, dieren worden niet allergisch geboren, zo ook bij zomereczeem. Uitzonderingen daargelaten, zie je geen veulens met staart- en maneneczeem. De eerste symptomen worden vaak gezien tussen de 2 en 5 jaar oud, maar ook daarna kunnen paarden SME krijgen.
Wilson et al., 2001; Steinman et al., 2003; Wagner et al., 2003; Hallamaa, 2009
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en een van de oprichters van Cool4Horses. |
Heeft jouw paard last van jeuk, schuren en kale plekken? Heb je van alles al geprobeerd, maar was er niets dat echt hielp? Cool4Horses heeft speciaal voor de ondersteuning van deze paarden C4H ontwikkeld. Het bestaat uit een voedingssupplement (C4H-voeding) dat de allergie voor knutten van binnenuit ondersteunt en een ontstekingsremmende olie (C4H-olie) die uitwendig wordt gebruikt en een snel herstel van de kale plekken bevordert. Beide producten zijn 100% natuurlijk en plantaardig.
Paarden met zomereczeem zijn allergisch voor bepaalde eiwitten die knutten tijdens het bijten in de huid brengen. Dit gebeurt vaak op plaatsen waar knutten de paardenhuid goed kunnen bereiken, zoals bij de staart en manen, waar de haren wat minder dicht op elkaar staan. De allergische reactie die na de knuttenbeet ontstaat veroorzaakt veel jeuk. De paarden gaan daarom flink schuren om maar van die vreselijke jeuk af te komen. Het gevolg zijn de afgeschuurde staart en manen en eczeemplekken, waardoor deze allergie ook vaak staart- en maneneczeem genoemd wordt.
De jeuk wordt veroorzaakt door histamine dat bij de allergische reactie vrijkomt uit de zogenaamde “mestcellen” die in de huid zitten. Paarden met zomereczeem hebben door eerdere knuttenbeten antistoffen van het IgE-type tegen deze allergenen gemaakt. Dit IgE-type maakt maar een klein deel uit van het totaal aan antistoffen, maar is wel verantwoordelijk voor allergische reacties. Dit IgE hecht zich namelijk op de mestcellen in de huid. Zolang deze antistoffen op deze mestcellen niet met het allergeen in contact komen, zoals in de winter, is er niets aan de hand (situatie 1). Bij warmer weer gaan knutten bijten (situatie 2) en binden de knuttenallergenen aan de IgE antistoffen op de mestcellen die als reactie histamine vrijgeven. Dit vrijgegeven histamine zorgt vervolgens voor de allergische reactie die zwelling en jeuk veroorzaakt. C4H-voeding bevat natuurlijke stoffen die er voor zorgen dat er door de mestcellen veel minder histamine aangemaakt en vrijgegeven wordt (situatie 3). Hierdoor wordt de allergisch reactie onderbroken waardoor er veel minder jeuk optreedt.
Het beste kun je C4H-voeding combineren met C4H-olie, vooral in het begin als er nog (veel) kale plekken zijn. De kale plekken en jeukende korstjes houden het schuren namelijk in stand wat weer voor meer wondjes jeuk en irritatie kan zorgen. De C4H-olie geeft verlichting van de jeuk en bevordert het herstel van de huid en helpt daarmee de vicieuze cirkel doorbreken.
Bij voorkeur wordt 1-2 weken voordat de knutten actief worden (bij een temperatuur boven de 15oC) begonnen met het voeren van C4H-voeding. De standaard dosis is dagelijks 60 gram C4H-voeding voor elke 100 kg lichaamsgewicht van je paard. Voor een paard van 500 kg geef je dus 300 gram per dag. Je kunt C4H ook gebruiken als er al klachten zijn. In dat geval begin je naast het voeren van de standaarddosis C4H-voeding ook met de C4H-olie. Breng de olie goed TUSSEN de haren aan, direct op de aangedane huid, en masseer de olie voorzichtig in. Deze olie vermindert de jeuk en bevordert een snel herstel van de huid. Breng de olie om de dag aan in een dunne laag, totdat de huid hersteld is. Gebruik een huidolie nooit in de felle zon en breng bij voorkeur tegen het eind van de dag aan!
Het is belangrijk C4H-voeding dagelijks te geven en goed op je paard te letten! Gaat je paard binnen 1-2 weken duidelijk minder schuren? Dan ben je op de goede weg. Zie je nog weinig verbetering? Dan kun je de dosis C4H-voeding anderhalf maal verhogen (van 300 gram naar 450 gram per dag voor een paard van 500 kg).
Zie je na een week op deze hogere dosis nog geen duidelijke verbetering dan kan de dosis verder verhoogd worden tot maximaal tweemaal de standaarddosis (dus 600 gram voor een paard van 500 kg). Houd deze dosis aan totdat de jeuk onder controle is.
Je kunt daarna de dosis geleidelijk weer verlagen, maar blijf je paard goed in de gaten houden. Komt de jeuk weer terug? Verhoog de dosis dan weer iets. Kijk voor de uitgebreide gebruiksaanwijzing op de website.
Dr. Edwin Tijhaar Edwin is sinds 2007 werkzaam bij de afdeling Cell Biology and Immunology van de Wageningen University als groepsleider in de Veterinaire Immunologie. Een van zijn onderzoeksproject betreft zomereczeem bij paarden. |
Cover foto: Annie Spratt op Unsplash
]]>Zomereczeem is een vervelende huidaandoening bij paarden en zorgt voor veel jeuk, kale plekken, schuurplekken in manen en staart en jeukende bultjes. Zomereczeem wordt veroorzaakt door de beet van knutten. Deze huidaandoening komt bij maar liefst bij ca. 10% van de paarden voor. Niet gek dus dat je bij veelvuldige schuren van je paard eerst aan zomereczeem denkt. Toch kan er een hele reeks aan andere oorzaken voor de jeuk en het schuren zijn. In deze blog zetten we een aantal oorzaken van een jeukende huid voor je op een rijtje en vertellen we je hoe je jouw paard met zomereczeem kunt ondersteunen.
Je paard met jeuk zien is als paardeneigenaar erg frustrerend en het liefste wil je je paard daar zo snel mogelijk vanaf helpen. Daarvoor is het erg belangrijk om goed te kijken naar de symptomen. Heeft het paard overmatig jeuk? Schuurt jouw paard zijn staart en heeft hij kale plekken? Welke symptomen zijn er nog meer en wanneer komen ze voor? In wat voor omgeving staat het paard? Wat eet het paard? Schakel bij het stellen van een diagnose zeker je dierenarts in.
Als paarden in de rui zijn en hun losse haren wegschuren of elkaar kriebelen is dat niet direct reden tot actie, dit gedrag is natuurlijk en zo zorgt het paard ervoor dat hij zijn losse haren kan verliezen. Daarnaast is elkaar kriebelen natuurlijk sociaal gedrag voor paarden. Op het moment dat paarden overmatig jeuk hebben zullen ze echt opvallend veel meer zichzelf gaan krabben en schuren. Om al die jeukende plekjes te bereiken worden paarden hartstikke inventief en nemen ze allerlei interessante posities aan.
Het overgrote deel van de oorzaken van jeuk bij paarden valt binnen een van de volgende drie categorieën: (1) ectoparasieten; (2) infecties of; (3) allergieën.
Overmatige jeuk op de huid kan bijvoorbeeld komen doordat paarden last hebben van uitwendige parasieten (ectoparasieten) op de huid. Mijten en luizen zijn daarvan voor paarden het belangrijkst. Er zijn twee soorten luizen die wat specifieker kunnen worden benoemd, bijtende luizen (Werneckiella equi) en zuigende luizen (Haematopinus asini) beide ongeveer 1-2 mm groot. Bijtende luizen eten huidschilfers en kunnen daarmee de huid beschadigen. Zuigende luizen doorboren de huid om weefselvloeistof en bloed te eten.
Werneckiella equi (afbeelding: parasitipedia.net) |
Luizen bij paarden (afbeelding: MSD Veterinary Manuel) |
Door deze beschadigingen van de huid ontstaat jeuk. Ook mijten (Chorioptes bovis of equi) kunnen voor jeuk zorgen op met name de benen. Mijten komen vooral voor bij paarden met veel behang aan de benen. Mijten beschadigen de huid en veroorzaken op die manier jeuk. Mijten zijn er het hele jaar rond, maar in de winter wordt een piek gezien omdat de mijten dan warmte opzoeken bij paarden. Dit in tegenstelling tot zomereczeem, dat zoals de naam al aangeeft, alleen in de zomer jeuk veroorzaakt.
"Mijten komen vooral voor bij paarden met veel behang aan de benen"
Naast de Chorioptes kunnen paarden die in de buurt van kippen gehouden worden ook last hebben van de rode bloedmijt, ook wel bloedluis (Dermanyssus gallinae), genaamd. Deze mijt leeft vooral op kippen, maar is niet heel kieskeurig en zal zich ’s nachts ook aan het bloed van paarden tegoed doen. Overdag verschuilen ze zich en daarom zul je ze meestal niet op je paard zien.
Schimmel, of ringworm, is een infectie in de buitenste huidlagen, waarin het via kleine wondjes en schaafplekken kan binnendringen. Schimmels vinden een vochtig klimaat fijn, onder dekens, in de stal of als het veel regent. Een schimmelinfectie is te herkennen aan opstaande haren, schilferige bultjes en korstjes op de huid. Om een betrouwbare diagnose te stellen kan een huidmonster worden genomen voor onderzoekt in het laboratorium.
Infecties kunnen ook worden veroorzaakt door bacteriën, waarvan een voorbeeld Staphylococcus pyoderma is. Symptomen kunnen lijken op die van schimmel, maar ook hier biedt het nemen van een huidmonster de meest betrouwbare diagnose. Staphylococcus is een opportunistische bacterie, dit betekent dat paarden (en ook andere dieren en mensen) deze bacterie bij zich dragen en zodra de weerstand minder is grijpt hij zijn kans en zorgt voor infectie, met de daarmee gepaarde jeuk. Naast schimmels en bacteriën kunnen ook gisten zorgen voor infecties.
Paarden kunnen ten slotte verschillende allergieën ontwikkelen, hiervan is staart- en maneneczeem (SME), ofwel zomereczeem, er één. Zomereczeem wordt veroorzaakt door een allergische reactie op de beten van knutten. Die kleine knut kan zorgen voor grote problemen! Meer hierover lees je in de blogs: “Kleine knut zorgt voor grote problemen!” en “Wat veroorzaakt zomereczeem?”.
Naast zomereczeem is ook atopische dermatitis een huidallergie bij paarden waarbij jeuk het duidelijkste symptoom is. Atopische dermatitis kan worden veroorzaakt door allerlei omgevingsstoffen die met de huid in aanraking komen, zoals pollen, maar ook mijten en schimmels. Hoewel het niet vaak voorkomt kunnen paarden ook een voedselallergie hebben die zich uit in jeuk op de huid.
Hoewel wetenschappelijke ondersteuning/onderzoeken nog ontbreekt, wordt er steeds meer gekeken naar de rol van voeding bij het behandelen van jeuk bij paarden. Hierbij wordt gedacht dat voeding een grote rol speelt in het ondersteunen van de algehele belastbaarheid van het systeem van het paard. Bij ons mensen maakt stress je vatbaarder voor aandoeningen, dus waarom zou dat bij dieren anders zijn? Het gebruik van natuurlijke ingrediënten in voeding is erg belangrijk in het ondersteunen van een gezond systeem, hoewel dit niet altijd zal voorkomen dat je paard een aandoening krijgt of dat de aandoening geneest.
Zo kan ons voedingssupplement, op basis van natuurlijke ingrediënten, jouw paard helpen om (veel) minder jeuk te hebben. Het gaat de allergische reactie van binnenuit tegen. Samen met een ontstekingsremmende en huidherstellende olie, die rechtstreeks op de aangedane plekken wordt aangebracht, bereik je het beste resultaat.
Twijfel je of je paard zomereczeem heeft? Jeuk heeft dus vele oorzaken en niet elk paard met jeuk heeft zomereczeem, maar de kans is wel aanwezig! Onze veterinair immunoloog Edwin heeft voor Cool4Horses de zomereczeemcheck opgesteld. Check met dit flow-diagram of je paard wel of niet (hoogstwaarschijnlijk) zomereczeem heeft. Meer uitleg over de nummers in de zomereczeemcheck vind je in deze blog.
Bronnen
Cremers, H. J. W. M. (1985). The incidence of Chorioptes bovis (Acarina: Psoroptidae) on the feet of horses, sheep, and goats in the Netherlands. Veterinary Quarterly, 7(4), 283-289.
White, S. D. (2016). Approach to Equine Pruritus. In Proceedings of the 8th World Congress of Veterinary Dermatology, Bordeaux (pp. 363-366).
Prof. Dr. Marianne Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan, hoogleraar 'Clinical Equine Internal Medicine' aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, in een artikel uit Paard&Sport december 2015.
Mark van Manen, paardenarts bij Paardenkliniek Wapenveld, in een artikel op https://www.paardenarts.nl/kennisbank/huidschimmels/
Foto van Thibault Carron op Unsplash
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en een van de oprichters van Cool4Horses. |
Knutten zijn de kleine steekvliegjes die paarden grote problemen kunnen bezorgen! Ze zijn namelijk verantwoordelijk voor zomereczeem bij paarden. Zomereczeem is de meest voorkomende allergische huidaandoeningen bij paarden. Van de IJslandse paarden, geïmporteerd uit IJsland, ontwikkelt maar liefst de helft zomereczeem. Ook bij Friese paarden in Nederland komt zomereczeem met ruim 18% veelvuldig voor.
Culicoides obsoletus, de veroorzaker van zomereczeem bij paarden
Er bestaan vele soorten knutten, waarvan er ongeveer honderd in Nederland voorkomen. Slechts enkele hiervan zijn relevant voor zomereczeem bij paarden.
Dit is niet Culicoides Robertii, die op veel Nederlandstalige internetsites als de veroorzaker van zomereczeem genoemd wordt. Sterker nog, de Culicoides Robertii bestaat helemaal niet!
De veroorzaker van zomereczeem is Culicoides obsoletus (en enkele sterk verwante soorten). Deze in heel West-Europa veel voorkomende knut van slechts 1 mm verzaakt veel leed bij paarden met zomereczeem.
Het werkt als volgt: om eitjes te kunnen leggen, hebben de vrouwtjes bloed nodig. Hiervoor doorboren ze met hun monddelen, een soort mini zaagjes, de paardenhuid om een oppervlakkig bloedvaatje te bereiken. Tijdens het bijten brengen ze bepaalde eiwitten in de huid om de bloedstolling tegen te gaan. Dit geeft de knut gelegenheid om ze zich langer aan het bloed tegoed kunnen doen.
Paarden met zomereczeem zijn allergisch voor deze knutteneiwitten (de allergenen) waardoor het na een knuttenbeet erg gaat jeuken. Er ontstaan jeukende bultjes. Als gevolg van de allergische reactie en het schuren van de paarden om de jeuk te verlichten, ontstaan de karakteristieke eczeem- en schuurplekken. Deze kale plekken ontstaan vooral op plekken waar de knutten makkelijk bij de huid kunnen komen, zoals bij de staart en manen, waar de haren wat verder uit elkaar staan. Zomereczeem wordt niet voor niets ook staart- en maneneczeem, of kortweg SME, genoemd.
De manenkam van een Shetlander met typische zomereczeem symptomen: afgeschuurde manen en een schilferige, geïrriteerde en verdikte huid.
Bij de Wageningen Universiteit wordt onderzoek gedaan naar de knuttenallergenen. Het doel is om op basis van deze allergenen uiteindelijk een immuuntherapie (desensibilisatietherapie) voor paarden met zomereczeem te ontwikkelen. Na identificatie van de allergenen worden deze in het laboratorium nagemaakt en vervolgens met een hulpstof in de paarden geïnjecteerd. Door de hulpstof “leert” het immuunsysteem om niet langer allergisch op deze eiwitten te reageren.
De eerste resultaten met zo’n “desensibilisatietherapie” in enkele Shetland pony’s hebben bemoedigende resultaten laten zien. De pony’s reageerden na een desensibilisatiekuur met 4 allergenen veel minder allergisch op deze knutteneiwitten dan bij aanvang van de behandeling.
De pony’s reageerden helaas nog wel allergisch op andere knuttenallergenen. Inmiddels zijn er 17 verschillende allergenen van Culicoides obsoletus geïdentificeerd. Gelukkig reageren de meeste paarden met zomereczeem niet allergisch op al deze 17 allergenen, maar “slechts” op een stuk of 3-7 hiervan. Welke dat precies zijn verschilt per paard.
Binnen Wageningen Universiteit wordt daarom ook hard gewerkt aan de ontwikkeling van een diagnostische test waarmee bepaald kan worden voor welke knuttenallergenen een paard precies allergisch is. Op basis van deze informatie kan dan een op maat gemaakte desensibiliteitkuur samengesteld worden. Voorlopig is een effectieve desensibilisatietherapie voor zomereczeem echter nog toekomstmuziek.
Maar wat kun je dan wel doen om je paard met zomereczeem te helpen? Zo’n paard pas een allergische reactie ontwikkelen als hij door knutten gebeten wordt. Vandaar dat de symptomen van zomereczeem ook pas in de warmere maanden optreden, als de knutten actief zijn. Door zoveel mogelijk te voorkomen dat de knutten je paard kunnen bijten, kun je een hoop narigheid voorkomen.
Een goede eczeemdeken zal bijvoorbeeld helpen. De locatie waar je paard staat kan ook veel uitmaken. Knutten zijn namelijk slechte vliegers, veel slechter dan muggen. Hierdoor kun je aan de kust (waar vaak een wind van zee waait) wel door “gewone” muggen gestoken kunnen worden, maar zal je paard daar nauwelijks last van knutten ondervinden. Maar je paard met zomereczeem aan de kust stallen, zal voor de meeste mensen echter geen optie zijn...
Omdat knutten vooral bij zonsondergang actief worden kan het helpen ze voor die tijd naar stal te brengen. De stal moet dan wel zo ingericht zijn dat het paard zich niet aan een (scherpe) rand kapot kan schuren. Een ventilator in de stal kan verder helpen om het de slecht vliegende knutten moeilijk te maken je paard te bereiken. Insectenwerende sprays kunnen ook helpen, maar zijn natuurlijk niet goed voor het milieu en bij veelvuldig gebruik waarschijnlijk ook niet voor je paard.
Mochten de bovengenoemde maatregelen niet praktisch zijn of onvoldoende ondersteuning bieden dan kun je ten slotte ondersteuning overwegen met voeding om het paard van binnenuit te beschermen tegen de allergie. Ook kun je de aangedane kale plekken bij het paard behandelen met een huidherstellende en ontstekingsremmende olie. Meer informatie vind je hier.
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en een van de oprichters van Cool4Horses. |
]]>
Twijfel je of je paard zomereczeem heeft? Niet elk paard met jeuk heeft zomereczeem, maar de kans is wel aanwezig! In deze blog gaan we wat verder in op de symptomen van zomereczeem, ook wel staart- en maneneczeem (SME) genoemd. Onze veterinair immunoloog Edwin heeft voor Cool4Horses de zomereczeemcheck opgesteld. Check met dit flow-diagram of je paard wel of niet (waarschijnlijk) zomereczeem heeft. Houd hierbij wel in de gaten dat dit een check is en dat je voor een definitieve diagnose altijd een dierenarts raadpleegt!
Het eerste symptoom wat we tegenkomen in de zomereczeemcheck is jeuk en als gevolg daarvan schuren (1). Zodra temperaturen boven de 15 °C komen, worden knutten actief. Knuttenbeten veroorzaken de allergische reactie die we herkennen als zomereczeem. Meer informatie over deze allergische reactie is terug te vinden in een van onze vorige blogs.
Eén van de meest duidelijke symptomen van een allergische reactie is jeuk! Denk maar aan muggenbulten of andere jeukende bultjes, waarbij je soms moeilijk de neiging kunt onderdrukken om te krabben. Zo is het voor paarden die last hebben van knuttenbeten ook.
Bij warm weer zijn er meer knutten actief. Het paard zal dan meer gebeten worden en meer allergische reacties in de huid hebben. Door de heftige jeuk willen ze schuren (krabben) en dit leidt tot open geschuurde en kale plekken, vaak rondom de staart en manen van het paard. Heeft jouw paard hier last van? Dan gaan we in de flowchart via het pijltje met ‘ja’ door naar de tweede box.
Zomereczeem dankt zijn naam aan het voorkomen van de allergie in de zomer. Knutten zijn actief vanaf het voorjaar tot het najaar, afhankelijk van de temperatuur. De jeuk en daarmee de schuurplekken zouden bij zomereczeem in de winter moeten verdwijnen (2). Als de klachten bij aanhoudende lagere temperaturen (zoals in de winter) blijven bestaan, worden deze niét door knuttenbeten veroorzaakt en is er vermoedelijk een andere oorzaak van de jeuk of de aangedane huid. Verdwijnen de klachten in de winter? Dan gaan we door naar 3.
Een lange periode van nat weer en/of veel wind zorgt voor verminderde activiteit van knutten. Gedurende deze periode zullen paarden met zomereczeem dus ook minder klachten vertonen (3). Knutten zijn namelijk slechte vliegers en als het hard waait of regent, zal het ze vaak niet lukken om je paard te bereiken en wordt je paard dus veel minder gebeten.
Als het een aantal dagen aanhoudend slecht weer is zullen de zomereczeemklachten daarom moeten afnemen, waarbij dit het eerst te zien is aan dat het paard minder zal schuren. Herstel van de kale plekken en aangroei van afgeschuurd haar kost natuurlijk veel meer tijd. Kan je ook hier weer ‘ja’ antwoorden? Ga dan door naar box 4!
De schuurplekken bevinden zich vooral in de regio van manen en staart van het paard (4). Om te kunnen bijten, moeten knutten de huid kunnen bereiken. Dit is makkelijker bij de staart en manen waar weliswaar dik en lang haar zit, maar waar de haren relatief ver van elkaar in de huid zitten. Deze regio's zijn daardoor plekken waar de meeste jeuk zal optreden en het paard het meest zal willen schuren.
Op de buik, de flanken en bij de spenen of koker is de vacht ook minder dicht, waardoor de knutten ook in deze gebieden relatief makkelijk de huid kunnen bereiken en bijten. Als het weer gunstig is (dus geen regen/wind en boven de 15 °C) kunnen knutten de hele dag bijten, maar ze zijn het meest actief bij het invallen van de schemering.
Als de klachten hierbij ook jaarlijks terug komen (5) heeft je paard hoogstwaarschijnlijk zomereczeem. Is dit het eerste seizoen dat je paard klachten laat zien? Het is ook mogelijk dat het paard dan recent zomereczeem heeft ontwikkeld. Een paard dat zomereczeem ontwikkeld heeft, blijft doorgaans zijn hele verdere leven allergisch. Elke zomer met gunstig weer voor knutten zal het daardoor klachten krijgen. De leeftijd waarop een paard voor het eerst zomereczeem ontwikkelt kan erg verschillen en hangt van verschillende factoren af.
Paarden moeten eerst aan knutten blootgesteld worden voordat ze eventueel een allergie voor knutten ontwikkelen, en zullen dus nooit met zomereczeem geboren worden. Zomereczeem kan vanaf het tweede levensjaar ontstaan, maar ook veel later.
Als alle overige vragen met “ja” beantwoord waren is het waarschijnlijk dat je paard zomereczeem heeft. Het is dan zeker het overwegen waard om je paard te ondersteunen met de C4H-producten. Twijfel je nog of heb je vragen? Neem dan gerust contact op met het team van Cool4Horses. Neem van te voren enkele duidelijke foto’s van de eczeemplekken. Wij adviseren je graag!
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en verbonden aan van Cool4Horses. |
Zomereczeem, ook wel bekend als staart- en maneneczeem (SME), is de meest voorkomende huidallergie bij paarden. Deze allergie wordt veroorzaakt door de beet van knutten. Zodra straks de eerste lentedagen weer komen en de temperaturen weer boven de 15°C komen, worden de knutten die zomereczeem veroorzaken weer actief. De start van het zomereczeemseizoen bij paarden begint dus eerder dan je misschien zou denken!
Om eitjes te kunnen leggen hebben knutten bloed nodig, vergelijkbaar met muggen. Dit bloed krijgen ze door met hun monddelen, waarin een soort minizaagjes zitten, de (paarden)huid te doorboren. In het speeksel van de knut zitten bepaalde eiwitten die de bloedstolling tegengaan. Hierdoor duurt het langer voor het wondje door het lichaam wordt gedicht en kunnen knutten zich gedurende enkele minuten tegoed doen aan het bloed, vergelijkbaar met hoe muggen ons prikken.
Als een paard zomereczeem heeft, is hij of zij allergisch voor de eiwitten in het speeksel van de knutten. Deze eiwitten veroorzaken een allergische reactie in de huid van het paard. De eiwitten worden daarom allergenen genoemd. Als paarden in contact komen met deze allergenen uit knuttenspeeksel ontstaat er een allergische reactie die veel jeuk veroorzaakt. Als gevolg daarvan gaan de paarden schuren, soms tot bloedens toe, om maar van die vreselijke jeuk af te komen. Hierdoor ontstaan de karakteristieke schuurplekken. Deze plekken zijn vaak vooral te zien op plaatsen waar de knutten relatief makkelijk bij de huid kunnen komen, zoals bij de staart en manen, waar de haren wat verder uit elkaar staan. Daarom wordt zomereczeem ook vaak staart- en maneneczeem genoemd.
Na een knuttenbeet komen de allergenen in contact met bepaalde cellen in de huid: de mestcellen. In de illustratie zie je deze mestecellen. Als reactie op de allergenen scheiden de mestcellen histamine (groene bolletjes in het plaatje) uit, dat vervolgens zorgt voor de allergische reactie en de jeuk. Cool4Horses heeft op volledig natuurlijke basis een voedingssupplement tegen zomereczeem ontwikkeld. Dit supplement, C4H-voeding, zorgt ervoor dat er na de knuttenbeet veel minder histamine vrijkomt uit de mestcel, waardoor de allergische reactie en daarmee ook de jeuk, sterk vermindert.
Hallo! Mijn naam is Ivy, ik ben dierwetenschapper, afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen. Mijn scriptie heb ik geschreven over het ontwikkelen van een test om zomereczeem te detecteren. Daarvoor heb ik me verdiept in de oorzaken van zomereczeem onder begeleiding van dr. Edwin Tijhaar. Edwin is veterinair immunoloog en een van de oprichters van Cool4Horses. |
]]>